Hoofdstuk 1 uit De Essentie van de Bhagavad Gita
Uitgelegd door Paramhansa Yogananda
Zoals herinnerd door zijn discipel Swami Kriyananda
De Bhagavad Gita betekent “Het Lied van God”. Het is inderdaad een lied: een kunstwerk en tegelijkertijd een diepzinnige verklaring van de waarheid. Ik zou het inderdaad het perfecte geschrift willen noemen. Ik doe die uitspraak als westerling, opgegroeid in de christelijke traditie, maar nu een toegewijd gelovige in Sanaatan Dharma.
De “Gita”, zoals het in India liefkozend wordt genoemd, is het bekendste en meest geliefde geschrift in India. Beknopt, diepgaand, poëtisch en diep inspirerend, wordt het passend “De Hindoe Bijbel” genoemd, want het is de definitieve verklaring van de oeroude religie van dat oudste van alle landen op aarde.
De waarheden die in de Bhagavad Gita onderwezen worden, zijn buitengewoon helder geformuleerd. Het interessante is echter dat ze juist door hun helderheid enorme vergezichten van inzicht openen. Vandaar de waarde van de commentaren, waarvan er een groot aantal zijn. Er zijn betekenisniveaus in de Gita waarvoor de Gita ook een allegorie is. Ik baseer de inhoud van deze pagina’s op de commentaren van mijn grote Goeroe, Paramhansa Yogananda. Ik was bij hem in 1950, zoals ik in de Inleiding zei, op zijn retraite in Twenty-Nine Palms, Californië, terwijl hij een groot deel van die commentaren dicteerde.
Paramhansa Yogananda begon zijn schrijven door te stellen dat de Bhagavad Gita de essentie van de oude leringen van India presenteert, waarvan de oudste en meest complete de omvangrijke Veda’s zijn. Het is niet gemakkelijk om de Veda’s te begrijpen. Zoals Swami Bharati Krishna Tirtha, de Shankaracharya van de Gowardhan Math in Puri, verklaarde, zijn veel van hun woorden van betekenis veranderd in de vele eeuwen sinds ze voor het eerst werden opgeschreven. (En ze werden pas opgeschreven na de komst van een tijdperk met lager bewustzijn van de mensheid, toen mensen de woorden niet meer uit hun hoofd konden opzeggen. De uitvinding van het schrift was geen teken van de vooruitgang van de beschaving, maar van een achteruitgang in het menselijk bewustzijn die het noodzakelijk maakte om gedachten op schrift vast te leggen).
Bharati Krishna Tirtha stelde dat veel woorden met een diepe betekenis na verloop van tijd een meer oppervlakkige betekenis hebben gekregen. Woorden veranderen natuurlijk. Hij wees erop dat het woord “knave” ooit gewoon een jongeman betekende, geen slechte. Inderdaad, “knave” komt van het Duitse knabe, wat “jongen” betekent. Op dezelfde manier betekende het woord “go” in het oude Sanskriet “licht”, niet “koe” zoals tegenwoordig. Westerse geleerden hebben met dit soort woorden de innerlijke betekenis van de Veda’s verdraaid.
Alleen mensen met een diep spiritueel inzicht kunnen doordringen tot het hart van die oude geschriften. De Brahmaanse kaste, die verondersteld wordt diep in de geschriften onderlegd te zijn (maar dat zelden is), verkondigt hun traditionele schriftkennis vaak met namen die wijzen op hun veronderstelde graad van Vedische geleerdheid: Chatturveda (vier Veda’s); Trivedi (drie Veda’s); Dubey (twee Veda’s).
Een samenvatting van de Veda’s staat in de Upanishads. Zelfs deze grote geschriften zijn ondoorzichtig – vooral voor moderne geesten.
De essentie van de Upanishads staat weer in de Bhagavad Gita. De tijdloze glorie van Sanaatan Dharma, “De Eeuwige Religie”, wat de oude en ware naam is van wat wij kennen als het Hindoeïsme, wordt op de meest beknopte en ontroerende manier geopenbaard in dit tijdloze spirituele meesterwerk.
P.S. We hopen uiterlijk 2026 de hele vertaling klaar te hebben.